dinsdag 21 december 2010

Fijne dagen gewenst!!

Wij van Bennett BTW Adviseurs wensen u aangename kerstdagen en een heel voorspoedig 2011!!

vrijdag 10 december 2010

Het BTW systeem op de schop?

De Europese Commissie organiseert een publieke raadpleging over het BTW systeem. Iedereen die iets op te merken heeft dat het systeem sterker en eenvoudiger maakt, wordt daartoe uitgenodigd. De Commissie merkt op dat BTW een hele belangrijke inkomstenbron is voor de lidstaten van de EU. Het systeem is al tientallen jaren oud en het is ontworpen toen de economie er anders uit zag. Die is nu veel opener en technologischer van aard. Omdat het voor iedereen van belang kan zijn, wordt iedereen uitgenodigd mee te denken en feedback te geven. De publieke raadpleging wordt op 31 mei 2011 afgerond. Als u iets wilt opmerken over het huidige BTW systeem, dan kan dat tot die tijd. Dat het systeem steeds gecompliceerder is geworden, is al opgemerkt...

maandag 29 november 2010

Kansen met het BUA

Als het gaat om privé gebruik auto weten we dat het BUA mag blijven van het Hof van Justitie. Dit betekent dat in alle situtaies dat het gaat om een auto van een werknemer, het BUA geldt. Dat kan ook gelden voor een dga. Nu wordt het BUA vaak zo uitgelegd, dat je 12% moet corrigeren van de IB correctie. Dat mag ook, want dat is vastgelegd in een besluit van de staatssecretaris. Het is ook een makkelijke methode van corrigeren. Eén maal per jaar worden beide correcties toegepast. Het forfait voor de IB en deze correctie voor de BTW. Het is echter vaak niet de meest gunstige correctie en hij is niet verplicht. Besluiten van de staatssecretaris wekken vertrouwen en kunnen daarom worden toegepast. Het zijn geen wetten en ze zijn dus niet verplicht. Het BUA zegt dat de voorbelasting moet worden uitgesloten voor zover de goederen worden gebruikt voor privédoeleinden van het personeel. Uit jurisprudentie blijkt dat de bewijspositie hier heel anders is dan bij de IB. Een kilometeradministratie is niet nodig. Wel moet kunnen worden aangetoond dat er een bepaald privé gebruik is. Bij de volgende lezing gaan we hier uitgebreid op in. Bedenk dat een 20% forfait voor de IB is gebaseerd op 50/50 zakelijk en privé gebruik en dat je dit volgt met de 12% correctie voor de BTW. Bij vertegenwoordigers is er vaak sprake van 90/10 zakelijk en privé gebruik. Bij anderen ook. Het is kortom zaak om te beoordelen hoe deze verhoudingen zijn bij uw klanten. De volgende lezing gaat onder meer over dit soort kansen bij de correctie van het privé gebruik.

maandag 15 november 2010

Makelaar niet altijd meer belast?

Een makelaar bemiddelt in het algemeen bij transacties met panden. Het komt ook voor dat zo'n pand eigendom is van een vennootschap en dat de aandelen van de vennootschap worden verkocht. Dat kan een hele logische keuze zijn. Het is ook vaak bijzonder praktisch om een pand onder te brengen in een vennootschap. Als het pand wordt verkocht, dan kan er voor worden gekozen het pand over te dragen. Er kan dan worden gekozen de aandelen over te dragen van de vennootschap die de eigenaar is van het pand. Het is heel vergelijkbaar met de overdracht van een (andere) onderneming. Ook dan kan er worden gekozen voor activa-passiva, of de overdracht van de aandelen van de vennootschap die eigenaar is van het bedrijf. Onlangs betoogde een makelaar dat het bemiddelen bij de verkoop van aandelen een vrijgestelde prestatie betreft. Bij de Rechtbank en het Hof kreeg hij geen gelijk. De zaak ligt nu bij de Hoge Raad. De AG van de Hoge Raad is het eens met de makelaar. Bemidddelen bij de verkoop van aandelen is iets anders dan bemiddelen bij de verkoop van een pand. Een dergelijke bemiddeling is vrijgesteld. Het is de vraag wat de Hoge Raad doet. Dat wachten we nog even af. Anders maakt het voor de makelaar verschil wat de keuze is van de koper en verkoper.

vrijdag 29 oktober 2010

Een nieuwe ronde bezwaren privé gebruik auto

De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie over de correctie privé gebruik auto in de BTW. Dat klinkt bekend en dachten we net achter de rug te hebben. Dat ging echter om het BUA. Er is ook een correctie die geldt voor IB ondernemers. Dat is niet het BUA, maar art. 15 Beschikking. Voor die correctie is er een procedure aangespannen waarin de vragen zijn gesteld. Dit betekent dat er een reële kans is dat deze correctie anders wordt. Anders kan in dit geval betekenen: gunstiger. Dat is het geval als iemand minder dan 50% privé rijdt in een auto. Dan gaan we uit van een auto met een 20% bijtelling. De alternatieve correctie is naar rato van het gebruik. Dit vraagt allemaal wel wat uitleg. Toevallig en in dit geval wel handig, is dat we in december een lezing geven over privé gebruik auto en BTW. Dat is een hele puzzel die we voor u hebben gemaakt. Bij die lezing komt dit onderwerp natuurlijk ook uitgebreid aan de orde.

maandag 25 oktober 2010

Corrigeren enkel door crediteren

Zoals al eerder in dit weblog beschreven is het een uitzondering als de BTW kan worden gecorrigeerd enkel door crediteren. Er is sprake van een onjuiste factuur die moet worden gecorrigeerd. Er wordt een creditfactuur opgemaakt. De BTW op de creditfactuur wordt in de boekhouding verrekend met de verschuldigde BTW. De aangifte vermeldt het bedrag wat daar in totaal uitkomt. Ik beschrijf hier de gangbare manier van corrigeren in de praktijk. Alle boekhoudprogramma's werken zo. Het kan echter alleen op deze manier als art. 29, lid 1, letter b, van de Wet OB van toepassing is. Daar gaat het om een vergoeding die wordt terug betaald, omdat een vermindering is verleend of omdat goederen in ongebruikte staat zijn terug genomen. Alleen dan kan er op de beschreven wijze worden gecorrigeerd! Dus er moet een vermindering zijn verleend van de prijs, of er moeten goederen retour zijn genomen. Er zijn echter in de praktijk nog tientallen andere redenen waarom er wordt gecrediteerd. Bijvoorbeeld omdat de BTW in het geheel ten onrechte is berekend, of er een onjuist tarief is berekend of een rekenfout, etc. In al die gevallen kan er niet op de beschreven wijze worden gecorrigeerd! Niet zo erg bij kleine bedragen, maar wellicht wel problematisch bij grotere... In latere berichten op dit weblog zullen we andere situaties bespreken met meer voorbeelden. De materie wordt helemaal uitgelegd in onze volgende lezing in november. Dat is er echt eentje in de categorie 'die mag u niet missen'...

donderdag 14 oktober 2010

Crediteren

Eerder schreven we hier al over het begrip 'ongerechtvaardigde verrijking'. Dat is een begrip dat aan de orde zijn bij de vraag of creditering nodig is om ten onrechte berekende BTW terug te krijgen van de Belastingdienst. De vraag die telkens aan de orde is als een ondernemer crediteert, is of die BTW ook terug ontvangen kan worden van de Belastingdienst. In de praktijk wordt er vanuit gegaan dat dit verrekend kan worden via de aangifte. Dat kan echter slechts in uitzonderingsgevallen. In de meeste gevallen zijn er meer handelingen nodig en dient er een verzoek bij brief te worden gedaan. Als men zich niet aan de regels houdt, dan is dat iets dat bij een boekenonderzoek kan worden gecorrigeerd. Dat is meestal jaren na het moment dat gecrediteerd is. Dan is het voldoen aan de eisen veel lastiger geworden, of misschien wel onmogelijk. Iedere ondernemer dient de regels rondom crediteren te kennen. Dan kan er een afweging worden gemaakt hoe er in de praktijk van de boekhouding van die ondernemer mee om wordt gegaan. Bovendien moet worden voorkomen dat u aangesproken wordt op het feit dat de ondernemer de regels niet kende en zich er om die reden niet aan heeft gehouden...

maandag 27 september 2010

Privé gebruik auto; bewijslast

Onlangs is uitgesproken door één van de Hoven dat er geen correctie privé gebruik aan de orde was voor het gebruik van een zakelijke auto. We hebben het dan over een correctie van de aftrek van BTW. De belanghebbende had gesteld dat de auto in het geheel niet privé werd gebruikt. De inspecteur had niet bewezen dat dit anders was. Bijzonder is dat de inspecteur niet bij zijn collega van de IB te rade is gegaan. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de feiten van de zaak. In ieder geval bevestigt het Hof dat het aan de inspecteur is aannemelijk te maken wat het privégebruik van een auto is in zo'n geval. Dat kan de inspecteur niet en de correctie vervalt. Een vergelijkbare uitspraak is in het verleden gedaan door de Hoge Raad. In de praktijk wordt voor personeel veelal 12% van de IB correctie gecorrigeerd voor de BTW. Wij menen dat dit niet moet worden gedaan in die gevallen dat aannemelijk dat de auto minder wordt gebruikt dat het gebruik waarop de IB correctie is gebaseerd. Bij een correctie van 20%, zou het dan gaan om een privé gebruik van minder dan de helft van de totale kilometers. Iedereen die aannemelijk kan maken dat het privé gebruik minder is dan dat, zou niet de correctie van 12% moeten toepassen. Die is gebaseerd op een goedkeuring van de staatssecretaris waaraan vertrouwen kan worden ontleend. De correctie is dus niet verplicht. De lezing van Bennett in december gaat over privé gebruik auto in de BTW.

dinsdag 14 september 2010

Bange vermoedens...

Vandaag zag ik het bericht voorbij komen dat het Ministerie van Financiën een herstelactie gaat doen. Die betreft teruggaveverzoeken van BTW in andere EU lidstaten. Het schijnt zo te zijn dat die niet zijn aangekomen en dat dit hersteld moet worden. Het wordt opgelost en het komt allemaal goed... Voordat de regeling werd ingevoerd per 1 januari jl. waren een aantal BTW adviseurs al bang dat dit soort dingen zou gebeuren. Er werden een reeks van aandachtspunten opgemerkt juist bij de praktische verwerking van de teruggaveverzoeken. Eén van die aandachtspunten was dat het niet verplicht is voor een lidstaat om het verzoek te registreren en de ontvangst te bevestigen. Dan kan het gebeuren dat er na het indienen van het verzoek nooit meer wat gebeurt en dat elke poging dat op te lossen strandt in de vaststelling dat je te laat bent. Dit keer wordt het opgelost. Dat kan het goede nieuws inhouden dat de bange vermoedens niet terecht waren. Het zou echter ook een bevestiging kunnen zijn van die vermoedens... Hopen maar op het eerste...

dinsdag 7 september 2010

Levering of dienst?

De volgende lezing gaat over de stand van zaken bij de regeling voor de plaats van dienst. Dat gaat over de vraag in welke lidstaat van de EU over een dienst BTW verschuldigd is. Een belangrijk onderwerp in deze lezing is het feit dat verschillende lidstaten diensten soms verschillend kwalificeren. Wat u kunt verwachten en hoe er mee kan worden omgegaan komt dan aan de orde. Een andere vraag die hier wat op lijkt, is de vraag of een bepaalde prestatie een levering of een dienst is. Ook hier kan verschillend over worden gedacht, als het gaat om een prestatie over de grens. Een bekend voorbeeld is een reparatie. Als je de motor van een auto vervangt, lever je dan een nieuwe motor of repareer je de auto. Beide zijn goed denkbaar. Immers, de montage van een motor zou in de levering kunnen opgaan of de opdracht is geweest 'repareer mijn auto, wat daar ook voor nodig is'. Wat ook nog mogelijk is, is dat er sprake is van beide. Een motor wordt geleverd en de dienst van het monteren wordt verricht. Dit soort vragen moeten worden beantwoord aan de hand van de feiten. Er is vrij veel jurisprudentie over hoe je vervolgens vaststelt wat er aan de orde is. Als we die jurisprudentie zouden bezien, zouden we zien dat er veel ruimte is voor interpretatie. Al met al komt het best veel voor dat er kan worden getwist over de vraag of er een levering of een dienst aan de orde is, of beide. Als dan de dienst verschillend kan worden gekwalificeerd, staat het vast dat er twist zal volgen met deze of gene Belastingdienst. Het komt meer en meer voor dat ondernemingen in veel of zelfs alle lidstaten werken. Dan zou er wel eens een volkomen onoplosbare situatie kunnen ontstaan. Ik meen dat dit binnen de EU eenvoudig kan worden opgelost. Geef de bevoegde inspecteur van een ondernemer het recht dit soort kwalificaties te maken voor alle Europese collega's. Eén maal afstemmen met de eigen inspecteur volstaat dan om een werkbare situatie te creëren. Zonder een dergelijke oplossing wordt er geen vooruitgang geboekt met de integratie en zouden de laatste wijzigingen wel eens achteruitgang kunnen hebben gecreëerd...

dinsdag 31 augustus 2010

Ongerechtvaardigde verrijking

Het wordt steeds lastiger om alles te beheersen dat te maken heeft met het corrigeren van een factuur en de BTW. In de praktijk wordt gedacht dat het klaar is voor de BTW met het crediteren van een factuur. Het crediteren heeft echter vaak geen gevolgen voor de verschuldigdheid van BTW. Er speelt een procedure rondom de vraag of crediteren en het terug betalen van de BTW aan de afnemer wel een vereiste mogen zijn bij het corrigeren van onterecht berekenen van BTW. Het Hof van Justitie heeft zich er al over uitgelaten. Het is een lang verhaal om het goed uit te leggen. Een belangrijk element is echter de vraag of er sprake zou zijn van 'ongerechtvaardigde verrijking' van degene die de BTW heeft berekend als hij dat niet hoeft terug te betalen aan degende aan wie het in rekening is gebracht. Als daar namelijk sprake van zou zijn, dan hoeft de overheid de ten onrechte berekende BTW niet terug te betalen aan de ondernemer! Dus, er is ten onrechte BTW berekend. Degene die dat heeft gedaan wil het terug en compenseert dat bijvoorbeeld (in de meeste gevallen) op de aangifte. De inspecteur heft na, omdat de verrekening door de ondernemer hem ongerechtvaardigd zou verrijken! Zoals gezegd, een lang verhaal om goed uit te leggen... Dat gaan we doen bij een lezing in november. Dan zal blijken dat creditering van een factuur de verschuldigdheid van de BTW van de debetfactuur niet altijd wegneemt...

woensdag 18 augustus 2010

De aangifte BTW sinds 2010

De aangifte BTW is gewijzigd met de wijziging van de regels voor de plaats van dienst. Alhoewel die aangifte erg eenvoudig zou moeten zijn, is nu niet meer altijd onmiddellijk duidelijk waar welke omzet moet worden vermeld. Hoe zit het bijvoorbeeld met omzet, waarvan de plaats van dienst een ander land is, terwijl de dienst daar is onderworpen aan het 0% tarief? Of de dienst die in een ander land is vrijgesteld van heffing? Moeten deze omzetten wel worden vermeld? We hebben voor de volgende lezing een heel erg praktisch overzicht gemaakt van de aangifte. Op dat overzicht staat per vraag aangegeven waar wat hoort. Ook is er een inhoudsopgave opgenomen. Daarin is elke soort omzet terug te vinden en wordt er verwezen naar waar deze omzet hoort op de aangifte. In elk kantoor waar aangiften worden gemaakt, mag dit stuk niet ontbreken. We hebben het werk al voor u gedaan!

dinsdag 3 augustus 2010

Plaats van dienst; verschillen

In ons vorige blog bericht kwam al even aan de orde dat er verschillen zijn in interpretatie tussen de lidstaten als het gaat om het kwalificeren van een dienst. Denk bijvoorbeeld aan het opslaan van goederen op een locatie. Dat zou je kunnen zien als een onderdeel van het transport, wat in het verleden overal gebruikelijk was. Het zou ook een dienst kunnen zijn die betrekking heeft op een onroerende zaak. Alhoewel de algemene gedachte is, dat die laatste kwalificatie niet overeen komt met de bedoeling van de betreffende uitzondering, zijn er toch lidstaten die beweren het zo te zien. Vaak ontstaan dit soort interpretaties uit opportunisme. De lidstaat haalt dan een bepaald type heffing naar de lidstaat die er zonder die interpretatie niet zou zijn. Dit is maar een voorbeeld. Zo zijn er nog veel meer verschillen. Het meest vervelende van dit soort verschillen is, dat lidstaten dan tot verschillende conclusies komen voor de heffing van één en dezelfde transactie. Hoe hier mee om te gaan, komt onder meer aan de orde in onze volgende lezing die aan het einde van september wordt gegeven.

donderdag 22 juli 2010

Plaats van dienst; een onderzoek

Onlangs zijn de resultaten van een onderzoek gepubliceerd. Het onderzoek werd uitgevoerd naar de nieuwe regeling voor de plaats van dienst in de BTW. Nagegaan werd hoe de regeling uitpakt in de praktijk. Zelfs als we uitgaan van onze bange vermoedens dat het veel beter zou kunnen, is de uitslag ontluisterend. Een paar van de belangrijkste conclusies zijn de volgende. De regeling is in de praktijk niet eenvoudiger, omdat de lidstaten de regeling verschillend interpreteren. Een andere conclusie is dat sommige regels in de praktijk niet uitvoerbaar zijn. Het zijn nogal conclusies. Het eerste is heel bijzonder, omdat dit soort regelingen nu juist bedoeld zijn om de lidstaten op een lijn te krijgen. Bij de volgende lezing zullen we de verschillen in interpretatie tussen de lidstaten behandelen en vooral hoe er mee om te gaan. Daaruit blijkt onder meer dat veel verschillen ontstaan door opportunisme van de Belastingdiensten. De wens het werkbaar te houden voor ondernemers leeft onvoldoende. Dat regels niet uitvoerbaar zijn is helemaal te gek. We hebben in eerdere lezingen aangegeven dat de verandering van verschuldigdheid van BTW naar het moment van de prestatie onuitvoerbaar is. Dat bevestigt de uitslag van dit onderzoek. We kunnen het allemaal niet leuker maken, maar zullen u bij de volgende lezing uitleggen hoe u er mee kunt omgaan.

dinsdag 6 juli 2010

Plaats van dienst

Inmiddels werken we allemaal een half jaar met de nieuwe regeling voor de plaats van dienst in de BTW. Vandaar dat de kinderziektes ook in beeld zijn. Dat zijn er nog heel wat. De lidstaten doen vrij veel dingen aanzienlijk verschillend. Dat levert veel onduidelijkheden op. Ook is gebleken dat de administratieve verplichtingen niet altijd eenvoudig zijn. We hebben om die reden besloten om de problematiek opnieuw te behandelen in een lezing. Die lezing houden we in september. In de zomer zijn er geen lezingen. In de lezing van september komt heel veel aan de orde, dat we de komende weken zullen aankondigen in het weblog. Denk aan administratieve verplichtingen, verschillende interpretaties in verschillende lidstaten, de invulling van de regeling door de Europese Commissie, etc.

maandag 21 juni 2010

De AG van de Hoge Raad vindt de 3-3-b niet strijdig met Richtlijn

Het Gerechtshof in Den Haag vond vorig jaar dat de integratieheffing in de BTW strijdig is met de Richtlijn. We hebben daar vorig jaar in een lezing over Onroerende Zaken en BTW aandacht aan besteed. De integratieheffing stond vroeger in art. 3, lid 1, letter h van de wet. Toen werd de levering dan ook 3-1-h-levering genoemd. Als deze heffing zou vervallen, dan zou de heffing van BTW bij onroerende zaken voor vrijgesteld presterende ondernemers er opeens heel anders uit zien. De heffing over bepaalde onderdelen van de kostprijs zou dan vermeden kunnen worden. Inmiddels heeft de AG geconcludeerd. Zij vindt dat de heffing mag blijven. We wachten met belangstelling de uitspraak van de Hoge Raad af. Zorgt u in de tussentijd dat u in voorkomende gevallen een bezwaarschrift uitbrengt tegen de betaling van de eigen aangifte!

dinsdag 1 juni 2010

Een ideaal acquisitiemoment!

In uw regio wordt iets gerealiseerd in de sociaal culturele sfeer. Een dorpshuis, bijvoorbeeld, of de sportvereniging bouwt een nieuwe kantine. Misschien wordt het plein opgeknapt met een mooi prieel voor de muziekverenigingen en de avondvierdaagse. Op zulke momenten bemoeit iedereen er zich mee. Er zijn verenigingen bij betrokken en bestuurders van die verenigingen. De gemeente is er altijd bij betrokken. De bank, misschien. Kortom, iedereen die er toe doet, is er even bij betrokken. Dat zijn ideale acquisitiemomenten voor elke regionaal opererende accountant of adviseur. Alhoewel er niet veel declarabels voorbij zal komen, is er geen beter moment om het kantoor te profileren. Bedenk dat het dan altijd gaat om BTW. Wellicht moet er even gekeken worden naar winst en misschien zijn er ook mensen in dienst, maar het gaat vooral om de BTW. Als de feiten in zo'n situatie de juiste aandacht krijgen, kan het eindresultaat voor de BTW wel eens helemaal anders worden. Budgetten passen beter en de Belastingdienst betaalt mee in de vorm van verrekenbare voorbelasting. Wat is er leuker dan op zo'n moment te kunnen scoren? Daarover gaat de volgende lezing. Hoe maak je een zo mooi mogelijke puzzle in een dergelijke situatie? Wanneer is een subsidie een vergoeding en wat zijn daarvan de gevolgen? En sponsoring? En ledenbijdragen? Welke keuzemogelijkheden zijn er en hoe ga je daar mee om? Er is echt meer mogelijk dan u denkt!

dinsdag 25 mei 2010

Meer omzet met meer BTW-advisering!

Er is een verhouding tussen de omzet die een kantoor maakt in adviesuren per belastingsoort. In Nederland zijn we gewend dat de meeste uren worden gemaakt op winstbelastingen. Bij de grote kantoren is de verhouding dat er ongeveer 10 maal meer omzet wordt gemaakt op winstbelastingen dan op de BTW. Zeg maar: Directe en indirecte belastingen. Dat geldt voor de grote kantoren die ook een stevige bezetting hebben op de BTW afdelingen. Hoe kleiner een kantoor wordt, hoe groter het verschil wordt. Bij sommige regionale kantoren wordt de BTW er bij gedaan. Er is wel iemand voor aangewezen, maar die doet ook andere dingen. Het ligt voor de hand dat de verhouding dan anders wordt. Zo blijft er erg veel omzet liggen op BTW advieswerk. Bedenk dat in andere lidstaten van de EU waar in grote lijnen dezelfde BTW regels gelden, de verhoudingen heel anders zijn. In sommige lidstaten benaderen de omzetten elkaar aardig. Als je kijkt naar de opbrengsten van belastingen, is meer aandacht voor de BTW ook niet zo onlogisch. Het belangeijkste wat mij betreft als het gaat om BTW advieswerk, is het volgende. Heel vaak wordt het eindresultaat voor een klant beter, als er meer aandacht is voor de BTW. De afgelopen lezing ging over verenigingen en stichtingen. Daarvoor geldt dat zeker. De volgende lezing gaat over subsidies, ledenbijdragen, sponorgelden en dergelijke ('bijzondere geldstromen'). Juist omdat bij de beoordeling van deze geldstromen niet alles onmiddellijk helemaal duidelijk is, is hier ook weer heel veel mogelijk. Bijzondere organisaties met bijzondere geldstromen, zoals verenigingen en stichtingen, zijn de beste klanten voor de BTW. U kunt de omzet van uw kantoor eenvoudig laten stijgen met veel enthousiasme van uw klanten als u meer aandacht besteedt aan de BTW.

dinsdag 18 mei 2010

Het ABC van de (vereenvoudige!) ABC Levering

We hebben het dan over intracommunautaire transacties of ICT's. Als de goederen direct feitelijk worden geleverd door A aan C, terwijl B de koper is van A, dan spreken we over een ABC transactie. A levert aan B, die levert aan C, terwijl de goederen direct naar C worden vervoerd door A. Dit zijn twee leveringen voor de BTW, waarvan er altijd maar één als ICT kan worden beschouwd. Dit betekent dat er in één van de twee leveringen de eenvoudige regels van een ICT kunnen worden toegepast met toepassing van het 0% tarief en in de andere levering van de twee altijd BTW moet worden berekend van één van de betrokken landen. Dat kan behoorlijk lastig zijn, vandaar dat er een eenvoudiger methodiek bestaat, die van de vereenvoudigde ABC. Dit mag alleen in bepaalde feitencomplexen. Eén van de voorwaarden is dat A, B en C in drie verschillende EU lidstaten gevestigd moeten zijn. Het Hof van Justie EG heeft zich onlangs uitgesproken over de vereenvoudigde ABC. Een nogal opmerkelijke uitspraak, omdat de eenvoud er nu wel af is... Bij de toepassing van de vereenvoudigde ABC kan voor beide leveringen het 0% tarief worden toegepast. Het Hof lijkt nu te hebben uitgesproken dat B moet aantonen dat C een verwerving heeft aangegeven om het 0% tarief te mogen toepassen. Daar is niemand tot nu toe in de praktijk nog vanuit gegaan. Ik schrijf dat het líjkt dat het Hof dit heeft uitgesproken, omdat het ook nog mogelijk is dat bedoeld is dat C 'onderworpen' moet zijn aan de heffing, wat nog wat anders is dan dat de heffing aantoonbaar heeft plaats gehad. De hierbij behorende fiscale techniek voert te ver om hier te behandelen. Als er meer duidelijkheid is over hetgeen het Hof heeft uitgesproken, kom ik er op terug. Tot die tijd is het erg oppassen met de toepassing van de vereenvoudigde ABC levering!!

vrijdag 7 mei 2010

Vrijgestelde ondernemers of vrijgestelde prestaties

Voor de meeste vrijstellingen in de BTW geldt, dat een specifiek benoemde handeling wordt vrijgesteld van de heffing. Het gevolg is dan dat geen BTW wordt berekend en dat geen BTW wordt afgetrokken, die relateerbaar is aan de vrijgestelde prestatie. Het komt veel voor dat een ondernemer uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht. Ik wees er eerder al op dat het dan toch om een ondernemer gaat, wat soms opppassen is. Verder is het van belang om vast te stellen dat zo'n ondernemer alleen dan uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht, als alle prestaties in de vrijstelling passen. Een recente uitspraak van een Hof over een ziekenhuis, kan hier als illustratie dienen. Het ging om de administratieve verwerking van de handelingen van aan het ziekenhuis verbonden chirurgen. Het Hof spreekt uit dat administratie tegen vergoeding ten behoeve van de chirurgen niet is vrijgesteld. Het gaat niet om iets dat behoort tot de verzorging van zieke mensen. Zo kan het ook bij andere 'vrijgestelde ondernemers' voorkomen dat zij activiteiten hebben die helemaal niet zijn vrijgesteld, al lijkt het wel zo op het eerste gezicht. Veel ontwikkelingen spelen daar een rol. Bijvoorbeeld de ontwikkeling om backoffice activiteiten uit te besteden of te concentreren. Ook de ontwikkeling in het fiscale recht speelt een rol, dat vrijstellingen waarschijnlijk vaak beperkter moeten worden uitgelegd dan wij doen in Nederland. Kortom, het is oppassen met vrijstellingen in de BTW. De klanten die u heeft die vrijstellingen toepassen, zijn wel uw meest interessante voor de BTW!

maandag 26 april 2010

Veel stichtingen zijn ondernemer voor de BTW

Het gaat dan om stichtingen die niet bekend waren bij de Belastingdienst, omdat ze alleen vrijgestelde prestaties verrichten. In beginsel heeft het dan geen zin om aangiften BTW te doen. Het probleem is dat een ondernemer die uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht evengoed ondernemer is. Dit betekent dat bijvoorbeeld de verleggingsregeling gewoon werkt. Zo'n ondernemer dient dus de BTW te vermelden op een aangifte over de meeste diensten die worden afgenomen uit het buitenland. Daarvoor is een aangifte nodig. Dat gaat heel vaak fout. Het is een echte blinde vlek van Belastingdienst en adviespraktijk. Die blinde vlek gaat nu ingevuld worden. De regels voor de plaats van dienst zijn gewijzigd. In verband daarmee is afgesproken binnen de EU dat dit soort ondernemers allemaal een BTW ID Nummer krijgen. Dat is één van de redenen dat de stichtingen nu worden aangeschreven door de Belastingdienst. Er zijn nog wel meer consequenties voor ondernemers. Denk aan de levering van onroerende zaken, die soms belast is. In het algemeen komt het weinig voor dat een ondernemer echt nooit eens een belaste prestatie verricht voor de BTW. Kortom, u dient aandacht te besteden aan de stichtingen in uw klantenbestand! U heeft er gemiddeld 16 per persoon...

woensdag 21 april 2010

BUA mag blijven

Het Hof van Justitie EG heeft de vragen beantwoord van Hoge Raad en Hof Amsterdam over het BUA. Net als eerder de AG van het Hof in zijn Conclusie, meent ook het Hof dat het BUA in zijn geheel in stand kan blijven. Ik had dat niet verwacht, omdat het mij erg logisch leek in verband met de harmonisatie dat de afwijking van de Richtlijn niet meer acceptabel zou zijn, omdat we inmiddels ook het Richtlijn conforme systeem hebben ingevoerd naast het BUA. Dat blijkt echter geen probleem, aldus het Hof. Het is slecht nieuws, in die zin dat alle bezwaarschriften tegen eigen correcties nu zullen worden afgewezen. Het is ook slecht nieuws in het algemeen, omdat we een heel onduidelijk systeem van correcties van privé gebruik houden in de BTW.

maandag 12 april 2010

Belastingheffing is amoreel en erotiek niet immoreel

Erotiek heeft een aantal keren een rol gespeeld in de ontwikkelingen van de BTW. De laatste keer bij de vraag die voorlag aan het Hof van Justitie of een ruimte waar één persoon een film naar eigen keuze kan kijken, een bioscoop is. Eerder speelde de vraag of een peepshow een voorstelling is. Dit gaf nogal wat aandacht in de pers en de politiek. Het was niet de bedoeling dat erotiek in het verlaagde tarief kan delen! Er is op het moment nog een andere ontwikkeling gaande. Die betreft de vraag of het ter beschikking stellen van een kamer met een raam 'verhuur' is in de zin van de BTW. Een kamer die wordt gebruikt door een prostituee. Het gaat dan om kamers die worden verhuurd met een overeenkomst van huur en verhuur. Je zou zeggen: Wat is het probleem? Toch hebben we al een aantal uitspraken van Rechtbanken dat het geen verhuur is. Dat houdt verband met jurisprudentie van het Hof van Justitie. In die jurisprudentie speelt het begrip passiviteit een rol. Een verhuurder van kamers aan prostituees zou onvoldoende passief zijn in deze zin, aldus de Rechtbank Haarlem. Ook zou een vitrine niet kunnen worden verhuurd, aldus Rechtbank Den Haag. Bij deze uitspraken bekruipt mij toch het gevoel dat het verschil maakt wat er gebeurt in de gehuurde ruimte... Misschien neem ik nog eens de moeite in dit weblog goed uit te leggen hoe het zit met verhuur en de jurisprudentie van het Hof. Als iemand mij daarom vraagt in een reactie, zal ik dat zeker doen. Tot die tijd laat ik het bij mijn vermoeden dat belastingheffing misschien toch niet helemaal zonder moraal is. Deze week geven we op drie locaties lezingen op basis van een checklist. Dat gaat over de BTW problemen bij uw klanten!

donderdag 1 april 2010

De checklist

De drie komende lezingen van Bennett BTW Adviseurs zijn gebaseerd op checklisten. Met een checklist bedoel ik een vragenlijst met vragen over de BTW. Het is de bedoeling dat met de beantwoording van de vragen de BTW positie van de betreffende klant duidelijk wordt. Het wordt dan ook duidelijk op welke punten aandacht nodig is. Ik durf de stelling wel aan dat in vrijwel 100% van de gevallen een klant of potentiële klant aandacht nodig heeft op de punten die blijken uit een goede en actuele checklist. Er zijn op het moment gewoon heel veel punten die echt aandacht verdienen. Het voordeel van BTW is dat het dan ook vaak gunstig is voor de klant om die aandacht te geven. Ik ben er om die reden van overtuigd dat BTW de heffing is waarmee we ons kunnen onderscheiden van andere advieskantoren. Nederland loopt hierin duidelijk achter. Als we kijken naar andere lidstaten van de EU, dan is de conclusie dat er sterke omzetstijging mogelijk is, juist in BTW advisering. We hebben de checklist zo ontwikkeld dat hij niet alleen vragen oproept, maar ook beantwoord. Als er vraagpunten zijn, wordt er vaak verwezen naar een bijlage. De betreffende bijlage geeft dan informatie en uitleg op dat specifieke punt dat kennelijk voor die klant van belang is. Er is een hele uitgebreide algemene checklist voor de volgende lezing. Die wordt aangevuld met een checklist voor verenigingen en stichtingen bij de lezing van mei en met een checklist voor bijzondere geldstromen (zoals bijvoorbeeld subsidies en contributies) bij de lezing van juni. Volgens mij is er geen snellere en goedkopere manier om zoveel relevante praktische kennis van de BTW aangereikt te krijgen!

maandag 15 maart 2010

BTW biedt u de mooiste kansen

Omdat er zoveel aandachtspunten zijn in de BTW, wordt nogal eens verzucht dat het niet leuk meer is. In annotaties bij uitspraken zag ik zelfs verzuchtingen in de zin van: Waar hebben we het fout gedaan toen we de regels maakten?.... Bedenkt u zich echter wel dat als u zich wilt onderscheiden van de andere aanbieders van adviesproducten, dat u dat in geen enkele belasting zo goed kunt als in de BTW. BTW levert ongeveer een derde op van alle belastingopbrengsten. Het is een hele belangrijke belasting voor uw klanten én uw potentiële klanten! In dit kalenderjaar wil de Belastingdienst een start maken met het beoordelen van alle stichtingen. Veel stichtingen zijn niet beschreven voor de BTW, maar zijn wel ondernemer. In de meeste gevallen zal het gaan om stichtingen die (vrijwel) uitsluitend voor de BTW vrijgestelde prestaties verrichten. Bij dat soort ondernemers is er voor de BTW het meeste effect te verwachten van een goed BTW advies. Stichtingen gaan dus veel behoefte krijgen aan dat soort adviezen. Zorg dat ze u daarvoor benaderen. Of beter, wees ze voor.... Het geldt natuurlijk niet alleen voor stichtingen. Bij heel veel ondernemers is het op het moment heel erg van belang om goed te beoordelen of alles goed gaat voor de BTW. Dat is de reden waarom de volgende lezingen van ons zijn gebaseerd op checklisten. Dan kunt u bij al uw klanten snel beoordelen waar de kansen liggen en waar u kunt scoren.

zondag 7 maart 2010

BTW kent veel nieuwe aandachtspunten

Het Hof van Justitie is belangrijker voor de rechtsontwikkeling als het gaat om de heffing van BTW, dan de Hoge Raad. De Richtlijn belangrijker dan de wet. Daardoor wordt het telkens een beetje anders. Dat komt ook omdat we in Nederland op een aantal zeer belangrijke punten gewend zijn anders te handelen dan het eigenlijk hoort. Zo langzamerhand zijn er een aantal punten waarbij dat anders handelen niet meer houdbaar is. En die lijst is best lang. Denk aan formaliteiten, waarbij we er onder meer vanuit zullen moeten gaan dat een aangifte slechts één juist bedrag kent. Denk aan de vrijstellingen, die wij in Nederland altijd ruim hebben uitgelegd en die juist heel beperkt moeten worden uitgelegd. Bedenk daarbij wat ik eerder schreef dat de Belastingdienst de stichtingen van Nederland tegen het licht wil gaan houden. Denk aan ondernemerschap, voorbelasting, crediteren etc. Al deze aandachtspunten worden behandeld in onze lezingen. Ze zijn ook de aanleiding voor een bundeling in een checklist. Met een goede checklist op het gebied van de BTW is het mogelijk om de eigen klantenkring (permanent) door te lichten. Het is ook mogelijk bij potentiële nieuwe klanten direct vast te stellen waar het beter kan.

zondag 28 februari 2010

Algemeenheid van goederen

Het is even zoeken in de wet, waar het oude art. 31 van de Wet OB is opgenomen. Dat is onder 37d. Het gaat er om dat het overdragen van een onderneming buiten de heffing van BTW blijft. Daar is al heel veel over geschreven en bepaald. Ik heb heel lang geleden eens in de Wfr geschreven over 'De ondernemer zonder onderneming', toen de vraag speelde of de overdracht van een onderneming van een 7-2-b ondernemer wel een 'onderneming' was in de zin van 31. Volgens mij is dat nu wel duidelijk, al had ik er vorig jaar nog een discussie over met de Belastingdienst... De Hoge Raad heeft onlangs bepaald dat 37d alleen dan aan de orde kan zijn als de ene ondernemer een 'algemeenheid van goederen' laat overgaan op een andere ondernemer. Het is kennelijk niet mogelijk als meerdere ondernemers tezamen een onderneming overdragen aan een opvolger. Goed om te weten en anders dan Rechtbank en Hof om logische redenen dachten...

dinsdag 23 februari 2010

Bennett introduceert Abonnee-systeem

Bennett BTW Adviseurs introduceert een abonnee-systeem. We zijn nu een jaartje bezig met het verzorgen van lezingen volgens een bepaalde opzet. Daarbij hebben we gemerkt dat mensen met name waarderen dat ze de spreker kunnen bellen en mailen met concrete vragen uit het eigen klantenbestand. Ook hebben we gemerkt dat het op de hoogte houden van kantoren op het gebied van de BTW nog efficiënter kan. We willen tegelijkertijd ook tegemoet komen aan de behoefte aan PE Punten van de deelnemers. Zo zijn we uitgekomen op een abonnee-systeem dat in alles voorziet. Eén bedrag per jaar, dat pas wordt gefactureerd na de eerste lezing. Daarvoor krijgen kantoren lezingen en eerstelijns advisering per mail en telefoon. We denken dat twee langere lezingen van vier punten en een aantal (vijf) kortere genoeg is om iedereen op de hoogte te houden. Zo zorgen we voor 12 PE Punten per jaar. En dat allemaal voor slechts Euro 595 per jaar! Iedereen die dit jaar een lezing volgt en het kantoor tegelijkertijd aanmeldt als abonnee per 1-1-2011 krijgt Euro 200 korting. Dan kost het abonnement voor het eerste jaar nog maar Euro 395. Als het aanslaat kunnen we een platform worden voor de efficiënte voorziening van BTW kennis voor kantoren die dat zelf niet in huis hebben. We zijn bijvoorbeeld bezig met het aannemen van een adviseur die zich uitsluitend bezig houdt met BTW, maar tegen een tarief dat voor alle aangesloten kantoren en hun klanten makkelijk draagbaar is. We houden u op de hoogte van de ontwikkelingen!

maandag 22 februari 2010

DGA en aansprakelijkheid

In het vorige bericht gaf ik al aan dat ik verder in zal gaan op de mogelijkheid 'onder de aansprakelijkheid uit te komen' voor een DGA. We hebben het alleen over DGA's die geen ondernemer meer zijn voor de BTW en we hebben het over de aansprakelijkheid voor BTW schulden van andere onderdelen van een Fiscale Eenheid voor de BTW. Deze DGA's dienen, zoals ik al schreef, zo snel mogelijk uit de Fiscale Eenheid te worden verwijderd. Daarover gaat ook de volgende lezing. De aansprakelijkheid is voor de DGA een schadepost. Die schade kan hij, onder omstandigheden, op de Nederlandse Staat verhalen. Dat stelt althans het Hof van Justitie EG in een aantal uitspraken. Onder de aansprakelijkheid uitkomen, betekent dan de Staat aansprakelijk stellen voor de schade die het gevolg is van de onjuiste uitspraak van de Hoge Raad. Volgens het Hof van Justitie kan dit. Het is wel heel erg lastig, want tegenover de aansprakelijkstelling door de Belastingdienst dient een civiele procedure tegen de Staat te worden gezet. Het kan echter wel al succes hebben bij de Belastingdienst, als u die zo ver krijgt af te stemmen met de Landsadvocaat. In ieder geval moet u de mogelijkheid kennen. Het is onderdeel van de volgende lezing, waar een memo is bijgesloten waarin de materie helemaal wordt uitgediept.

maandag 15 februari 2010

De DGA en de Fiscale Eenheid BTW

De DGA die in loondienst is van zijn bedrijf, is geen ondernemer voor de BTW weten we sinds Hof van Justitie Van der Steen. Zo'n DGA hoort dan ook niet thuis in de Fiscale Eenheid voor de BTW. DGA's die als natuurlijke persoon andere economische activiteiten hebben, kunnen na HvJ VdSteen nog wel ondernemer zijn. Ik ben er voor om DGA's die geen ondernemer zijn actief uit de Fiscale Eenheid te laten verwijderen. Die is van rechtswege geëindigd op dit punt, maar de hoofdelijke aansprakelijkheid blijft als de beschikking in stand blijft. Als een DGA die geen ondernemer is, maar nog wel in de beschikking Fiscale Eenheid is opgenomen, aansprakelijk wordt gesteld, dan kan hij zich niet verweren door te stellen dat de beschikking fout is. Foute beschikkingen hebben net zo veel rechtskracht als goede. Dat is inmiddels al bevestigd in de jurisprudentie voor deze beschikkingen, maar is al heel lang vaste jurisprudentie in het algemeen. Er is wel een mogelijkheid om de aansprakelijkheid te bestrijden of althans om er actie op te ondernemen. Die mogelijkheid is gebaseerd op jurisprudentie van het Hof van Justitie als het gaat om schadeplicht van de staat voor fouten ten aanzien van burgers. In het volgende bericht op dit weblog zal ik er nader op ingaan. Dit is één van de onderwerpen van de volgende lezing die over de Fiscale Eenheid in de BTW gaat.

donderdag 11 februari 2010

Verborgen suppleren

In het vorige bericht gaf ik aan dat een aangifte slechts één juist bedrag kent en dat te laat verrekenen van BTW kan leiden tot het verliezen van rechtsmiddelen. Je zou kunnen denken dat je de BTW altijd later kunt terug vragen op de aangifte zonder dat dit kan worden opgemerkt. In plaats van in het eerste kwartaal, vermeld je de terug te vragen of verrekenen BTW in een kwartaal later. Niemand die het merkt en al helemaal de Belastingdienst niet... Stel dat die Belastingdienst het echter wel opmerkt, bij een boekenonderzoek bijvoorbeeld, en de aftrek wordt geweigerd. Dan zou de Belastingdienst kunnen besluiten de afgetrokken BTW na te heffen in het tijdvak van de onjuiste aangifte. In het voorbeeld zou de aanslag dan een tijdvak hebben van 1 april t/m 30 juni. Het feit dat je eerder wellicht wel recht had op de aftrek, kan dan in bezwaar niet aan de orde komen. Dat is immers niet het tijdvak van de aanslag. Tegen de betaling van de eigen aangifte in bezwaar komen is ook al te laat. Zo kan verborgen suppleren een belastingplichtige zijn rechtsmiddelen ontnemen. Dit zijn zaken die meer en meer voorbij komen in de jurisprudentie en dus kennelijk meer voorkomen....

woensdag 10 februari 2010

De aangifte BTW en de formaliteiten

Formaliteiten in de BTW. Ik heb er bij verschillende lezingen aandacht voor gevraagd. Ik zal er de komende tijd weer eens een aantal de revue laten passeren in dit weblog. Het is niet onbelangrijk om vast te stellen dat BTW een aangifte- of voldoeningsbelasting is en dat dit specifieke gevolgen heeft. BTW dient betaald te worden nadat zelf is vastgesteld en aangegeven hoeveel. Daar is geen beschikking meer voor nodig. Elke aangifte kent aldus slechts één juist bedrag aan BTW. Alle andere bedragen zijn fout. Fouten kunnen verschillende consequenties hebben. Wat mij betreft de belangrijkste is de volgende. Als een recht op teruggave of verrekening niet wordt gerealiseerd op de juiste aangifte én er niet tijdig bezwaar is gemaakt tegen de betaling van die aangifte, dan is de teruggave afhankelijk geworden van het ambtshalve oordeel van de Belastingdienst. Dit doet zich in vrijwel alle gevallen voor dat een inkoopfactuur te laat wordt verwerkt. Een ambtshalve oordeel van de Belastingdienst kan problematisch zijn als de Belastingdienst van mening is dat de betreffende BTW niet aftrekbaar is. Dan zijn er geen rechtsmiddelen meer. Het voorgaande is vooral in Nederland een probleem, omdat wij altijd al tamelijk gemakzuchtig omgaan met de verplichtingen van de BTW. In feite geldt voor ons dat we vinden dat het goed is, als in totaal alle BTW betaald is voordat de Belastingdienst langs komt...

zondag 31 januari 2010

Vermogensetikettering en een nieuwe richtlijn

Er is aan het einde van het vorige jaar een richtlijn verschenen, die ingaat per 1-1-2011. Aangenomen mag worden dat de regels die zijn opgenomen in deze richtlijn, worden meegenomen in het volgende belastingplan. De richtlijn zou alleen betrekking hebben op een paar technische aanpassingen, maar bevat ook nieuwe bepalingen die betrekking hebben op de vermogensetikettering in de BTW. Met name lijken ze gevolgen te gaan hebben voor woningen, waarvan de BTW is of wordt terug gevraagd. In de lezing van volgende week gaan we onder meer in op deze nieuwe richtlijn. Het heeft er alle schijn van dat de mogelijkheid van vermogensetikettering in de BTW voor een belangrijk deel aan banden wordt gelegd....

dinsdag 26 januari 2010

De grenzen aan vermogensetikettering

Enige maanden terug heeft het Hof van Justitie vragen beantwoord van de Nederlandse Hoge Raad. Dat betrof een landbouworganisatie (VNLTO). Bij deze organisatie stond kennelijk vast dat een deel van de activiteiten niet was aan te merken als 'economische activiteiten' die tot belastingplicht voor de BTW leiden. Er was dus een sfeer van belastingplicht en een sfeer daarbuiten. Dat heeft ook gevolgen voor de aftrek van voorbelasting. De vraag deed zich voor of de organisatie investeringsgoederen kon aanmerken als behorende tot het bedrijfsvermogen voor de BTW, eventueel met correctie achteraf voor het gebruik voor de andere activiteiten. Dat is niet mogelijk volgens het Hof. Daarmee is er een duidelijke grens aangebracht aan de mogelijkheid van vermogensetikettering in de BTW. Het wordt er niet per sé duidelijker op. Het lijkt er voor mij een beetje op dat het Hof spijt heeft van de eerder 'bedachte' oplossing, die wij in Nederland meestal aan de uitspraak CCT koppelen. Er is behoorlijk veel druk om van het leerstuk af te komen. Ik denk dat het eindpunt zal zijn dat er geen vermogensetikettering meer zal bestaan in de BTW. Dat duurt nog (heel) lang en tot die tijd moeten we er maar zo veel mogelijk gebruik van maken...

woensdag 20 januari 2010

BTW op eigen woning en het beleid van de Belastingdienst

De 'vermogensetikettering in de BTW' geeft onder omstandigheden de mogelijkheid om de BTW op de eigen woning van de ondernemer terug te ontvangen. Die mogelijkheid heeft heel veel aandachtspunten waarover we het gaan hebben bij de volgende lezing van Bennett. In de afgelopen jaren zijn accountants en adviseurs niet altijd in de gelegenheid geweest het terug claimen van de BTW goed te onderbouwen. Inmiddels is er heel veel meer duidelijkheid. Wat blijft is een Belastingdienst die vindt dat de mogelijkheid bestreden moet worden. Ik vind dat vreemd, want we hebben immers allemaal maar te leven met de richtlijn en de uitspraken van het Hof van Justitie. Toch blijft de houding van de Belastingdienst onverminderd afwijzend. Veel eenheden van de Belastingdienst hebben beleid ontwikkeld op de toepassing van de vermogensetikettering (of 'CCT' naar de uitspraak van het Hof). Ik werd laatst geconfronteerd met een inspecteur die beweerde dat het beleid was dat je maximaal 10% zakelijk kunt gebruiken van een woning, zodat je altijd 90% hebt te corrigeren. Dat is onzinnig. Iedere ondernemer gebruikt de woning op een andere wijze voor de zaak en dus is bij iedereen het percentage verschillend. Ik kwam er al rekenend op dat zelfs bij een marginaal gebruik het al gauw gaat om 20-30% zakelijk gebruik. Dat lijkt mij zelfs een ondergrens....

maandag 11 januari 2010

Nieuw besluit Verlaagd tarief

De staatssecretaris heeft enige dagen terug een nieuw besluit gepubliceerd met een toelichting op de toepassing van het verlaagde tarief. Het is een heel uitgebreid besluit (ruim 100 pagina's!), dat in die zin handig is, dat van vele vragen bekend is wat de mening van de staatssecretaris is. Er zijn ook nieuwe goedkeuringen in opgenomen en natuurlijk zijn de nieuwe tabelposten beschreven. Van die laatste noem ik de nieuwe tabelpost voor het schoonmaken van woningen. Als u 'm zoekt: het is de laatste, dus u kunt achteraan beginnen in het besluit. Daarmee is het schoonmaken van woningen en het stucen en schilderen van woningen (die niet nieuw zijn) onderworpen aan het verlaagde tarief. Dat is natuurlijk behoorlijk willekeurig. Andere vergelijkbare activiteiten die ook wel stuimulans kunnen gebruiken, blijven onderworpen aan het algemene tarief. Van de goedkeuringen noem ik de goedkeuring dat boeken onderworpen zijn aan het verlaagde tarief, ook als ze in een andere vorm worden geleverd. Dat is vooral van belang voor digitale verschijningsvormen.

woensdag 6 januari 2010

Het belang van een juiste factuur

Heel weinig facturen die worden opgemaakt door ondernemers in Nederland voldoen aan alle eisen die de wet daar op dit moment aan stelt. Dat blijkt in de praktijk en kan ook worden vastgesteld door eens te googlen naar factuurvoorbeelden. U zult er veel tegen komen, maar helaas ook veel, die niet voldoen aan alle eisen die de wet daaraan stelt. Het belang van een juist opgemaakte factuur kan beperkt zijn. Ook hier geldt: 'De praktijk redt zich wel...'. Een 'adagium' waar nog vaak het woordje 'Ach...' aan vooraf gaat... Toch meen ik dat het van belang wordt klanten te gaan wijzen op de factuureisen. Hier zijn heel veel formele argumenten voor te noemen. Ik zal mij nu beperken tot een paar opmerkingen. Bedenk dat een onjuiste factuur tot de formele conclusie leidt dat de op de factuur vermelde BTW niet aftrekbaar is. Bedenk dat dit argument weinig voorbij komt in de praktijk, totdat het gaat om een kwestie waarbij de Belastingdienst die geclaimde voorbelasting graag wil weigeren. En hoe is het dan civielrechtelijk gesteld met de maker van de factuur? De BTW wordt op een aantal punten steeds formeler. Als je kijkt naar andere lidstaten dan verbaast dat niet. Wij waren in Nederland misschien altijd wel erg informeel in deze. Het wordt tijd te gaan beoordelen welke formele afwijkingen wel acceptabel zijn en welke niet. Beginnen met juiste facturen is dan een eenvoudige en makkelijk te implementeren stap. Bij de stukken van de lezing van volgende week zijn onder meer juiste factuurvoorbeelden gemaakt.

maandag 4 januari 2010

Verificatie en risico

Vanaf vorige week vrijdag 1-1-2010 gelden de nieuwe regels voor de behandeling van diensten over de grens voor de BTW. Daardoor veranderen niet alleen de regels als het gaat om de plaats van dienst, zijnde het land waar de dienst aan de heffing onderworpen is. Ook veranderen er sommige administratieve verplichtingen. Dat houdt vooral verband met het feit dat bij bepaalde diensten het moment waarop de BTW verschuldigd is verandert. Ook is het van belang dat uw klanten moeten beschikken over de juiste BTW ID Nummers van meer zakenrelaties dan tot nu toe. Dan komt ook de vraag op hoe het zit met het verifieren van die nummers en wat het risico is als dat niet gebeurt. Al eerder gaf ik aan dat ik meen dat dit een goed moment is om BTW ID Nummers massaal te verifieren. Het is natuurlijk ook belangrijk om te weten wat de risico's zijn als een nummer niet is geverifieerd en onjuist blijkt te zijn. Die risico's zijn zeer aanzienlijk verschillend bij leveringen en diensten. Dat komt ook aan de orde bij de lezing van volgende week. Kort gezegd komt het er op neer dat het voor een dienstverrichter geen risico van een naheffing met zich brengt, als een nummer onjuist blijkt te zijn en er overigens terecht uitgegaan is van verlegging. Wel moet dan vast staan dat de afnemer belastingplichtig is voor de BTW. De wet bepaalt dan dat de BTW verschuldigd is in het land van de afnemer en bij de afnemer. Voor een leverancier is dat volkomen anders en veel gecompliceerder. De vermelding van een juist BTW ID Nummer is een vereiste voor de toepassing van het 0% tarief. Dat tarief is een uitzondering. Als die uitzondering niet geldt, dan geldt het normale tarief. Het risico bedraagt daar 19% van de betreffende omzet.

zondag 3 januari 2010

2010! De beste wensen!!

Wij van Bennett BTW Adviseurs wensen u een heel erg gelukkig 2010!!