maandag 30 mei 2011

Aandelen of een pand? 3-3-b? Don Bosco?

We hebben er al eerder over bericht. Het gaat om de vraag of een makelaar bemiddelt bij de verkoop van een pand, of bij de verkoop van aandelen. Het gaat dan natuurlijk om een situatie dat een pand is ondergebracht in een vennootschap. Niet zo ongebruikelijk. De AG concludeerde al tot het gelijk van de makelaar, die vond dat hij bemiddelde bij een aandelentransactie. De Hoge Raad heeft nu prejudiciële vragen gesteld. Dit soort vraagpunten hebben we nu op een aantal onderwerpen waar het gaat om onroerende zaken en BTW. Hiervoor hadden we het al over de integratielevering van 3-3-b die ook voor de Hoge Raad ligt met prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. Ondertussen zijn er ook ontwikkelingen rondom de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Don Bosco en vragen rondom de voortbrengingskosten bij een 3-3-b, die ook voor de Hoge Raad liggen. Kortom, het wordt tijd dat we de stand van zaken in deze ontwikkelingen met u doornemen. Dat gaan we in oktober van dit jaar doen. In juni doen we de administratieve verplichtingen, in september BTW en Horeca en in oktober de Onroerende zaken. Ontwikkelingen genoeg...

maandag 16 mei 2011

Hoe loopt 't af met de integratielevering?

De integratielevering van 3-3-b Wet OB (voorheen 3-1-h) staat onder druk. Dat wil zeggen, als het gaat om de toepassing van dat artikel bij onroerende zaken. En daar weegt de bepaling natuurlijk het zwaarst. Het Hof 's Gravenhage heeft reeds uitgesproken dat de bepaling in strijd is met de BTW Richtlijn. In de cassatieprocedure die vanzelfsprekend werd aangespannen door de staatssecretaris concludeerde AG Van Hilten dat er geen strijd is van de bepaling met de Richtlijn. De Hoge Raad is er niet zeker van en stelt prejudiciële vragen. Daarbij overweegt de Hoge Raad een aantal uitspraken van het Hof van Justitie. We zijn erg benieuwd. Deze levering is altijd lastig uit te leggen aan de klanten. De effecten kunnen heel erg groot zijn en lijken soms willekeurig. Toch zijn we in de Nederlandse rechtspraktijk gewend aan de heffing. We hebben 'm al zo lang. Een hele korte reminder: 3-3-b is aan de orde als er een onroerende zaak wordt gerealiseerd op de grond van iemand die er vervolgens vrijgestelde prestatie mee gaat verrichten. Voor de praktijk is nu van belang dat in ieder geval altijd bezwaar wordt gemaakt tegen de heffing, bijvoorbeeld door een bezwaar tegen de eigen aangifte, althans de betaling daarvan. Belangrijker nog, is dat er in elk geval dat deze heffing aan de orde kan zijn, rekening wordt gehouden met beide mogelijkheden, dat ie blijft, of dat ie sneuvelt. We houden u op de hoogte.

dinsdag 3 mei 2011

Verwerving van tandtechnisch werk

Met ingang van 1-1-2008 is de invoer van tandtechnisch werk niet meer vrijgesteld, omdat de levering in het binneland niet meer 'altijd' is vrijgesteld. De invoervrijstelling geldt alleen als de binnenlandse levering altijd is vrijgesteld. Dit lijkt ons geen uitgekristalliseerde zaak, nu je ook zou kunnen beweren, dat als aan de voorwaarden wordt voldaan er wel altijd sprake is van een vrijstelling. Die voorwaarden zijn onder meer dat er wordt geleverd door tandartsen en tandtechnici. De vraag blijft vervolgens ook hoe dit uitpakt als er sprake is van de verwerving van tandtechnisch werk uit een ander land van de EU. Dan is de vraag of de verwerving is vrijgesteld. Daarvor geldt dat ofwel de levering in Nederland 'in elk geval' is vrijgesteld, of bij invoer de vrijstelling van toepassing zou zijn. De Rechtbank Den Haag heeft nu uitgesproken dat een redelijke uitleg van de laatste bepaling met zich brengt, dat de verwerving is vrijgesteld als aan de voorwaarden van een binnenlandse vrijstelling wordt voldaan. Dat opent perspectieven! Nu maar afwachten hoe dit bij de hogere rechters afloopt...