woensdag 28 oktober 2009

Straks weer in bezwaar tegen BUA correcties

Ik schrijf 'weer in bezwaar', omdat een aantal van u dat al een paar jaren doet. Er zijn veel procedures aanhangig tegen verschillende elementen van het Besluit Uitsluiting Aftrek (BUA). Dat besluit heeft de wetgever in stand gelaten bij de invoering van een nieuw correctiesysteem dat richtlijnconform is. De kans is groot dat het BUA geheel of gedeeltelijk onverbindend zal worden verklaard. Alle bezwaren die dan zijn ingediend, zullen alsnog worden toegewezen. Dat zal ongetwijfeld de aandacht trekken van mensen. Daardoor verkeren accountants en adviseurs nu in de positie dat ze een bezwaar zullen moeten indienen voor elke klant die een BUA correctie toepast. Alle bezwaren worden aangehouden door de Belastingdienst, dus het zal weinig tijd vragen. De correcties worden in de laatste aangifte van het jaar opgenomen, zoals u weet. Het bezwaar is formeel een bezwaar tegen het bedrag van de betaling van die aangifte. Het dient binnen zes weken na betaling van de aangifte te zijn ingediend. Ik ben er van overtuigd dat klanten voor wie zo'n bezwaar nu niet wordt ingediend, dat hun adviseurs straks kwalijk zullen gaan nemen. Zorgt u ook dat u een goed onderbouwd bezwaar indient. Dan weet u zeker dat elk voordeel zich vertaald in een verminderingsbeschgikking voor uw klanten. Er zijn veel nieuwe procedures en nieuwe jurisprudentie die moet worden meegenomen voor het beste eindresultaat. De volgende lezing gaat onder meer over deze problematiek. Ik heb een concept bezwaarschrift gemaakt voor de deelnemers.

maandag 26 oktober 2009

Kantine en BTW

De volgende lezing gaat over de vraag hoe privé gebruik gecorrigeerd moet worden in de BTW. We hebben nu twee verschillende systemen in de wet, waarvan de wetgever heeft bepaald dat ze naast elkaar moeten bestaan. Het aloude Besluit Uitsluiting Aftrek (BUA) moest worden behouden van de wetgever. Het is afgestemd met het bedrijfsleven en het is gebleven. Dat heeft nogal gevolgen. Ten eerste wordt het systeem er erg onduidelijk van. Ik heb een beschrijvend memo gemaakt voor de lezing (zoals altijd) en kom tot 9 verschillende situaties waarbij het privé gebruik anders moet worden bezien. Niet echt duidelijk… Ten tweede is de kans nog steeds groot dat het BUA in het geheel onverbindend is. Eerder is al uitgesproken door een Rechtbank (Den Haag) dat het BUA onverbindend zou moeten zij daar waar het gaat om ‘spijzen en dranken’ die aan het personeel worden verstrekt. Dit zou betekenen dat de kantineregeling niet meer kan werken. Het is dus pleitbaar om af te zien van die correctie! Het wordt allemaal uitgebreid behandeld bij de volgende lezing en goed onderbouwd. Dan weten uw klanten in ieder geval wel waar ze aan toe zijn!

Nog een keer over vrijgesteld verzekeren

Inmiddels heb ik de uitspraak van het Hof van Justitie gelezen over de cessie van herverzekeringscontracten. Ik zou daar nog op terug komen. Lezing van een uitspraak van dit Hof geeft altijd bijzondere gezichtspunten. Zo bleek dat het Hof ook nog een paar bijzondere overwegingen had over wat in onze wet in artikel 31 is geregeld. Daar kom ik later misschien nog eens op terug. Voor de verzekeringsvrijstelling is het duidelijk. Niet van toepassing, zegt het Hof, want geen ‘handeling ter zake van verzekering of herverzekering’. Het is een andere dienst en die is belast. Andere vrijstellingen zijn ook niet aan de orde. Het Hof wijst er op dat er alleen sprake is van verzekeren als er een relatie ontstaat tussen een verzekeraar en een verzekerde. Het uitbesteden van het risico is in zo’n geval dus geen belemmering voor de vrijstelling. Eigenlijk allemaal wel bekend uit eerdere uitspraken. Kortom, bij cessie van verzekeringscontracten geldt geen vrijstelling!

vrijdag 23 oktober 2009

Vrijgesteld verzekerd, of niet...

Eén van de afgelopen dagen heeft het Hof van Justitie uitgesproken dat de verkoop van verzekeringspolissen niet vrijgesteld is van de heffing van BTW. Ik heb de uitspraak nog niet, dus ik weet er nog niet alles van. Ik zal er later in dit weblog dan ook nog op terug komen. Het leek me wel goed alvast te melden dat het mij niet verbaast, dat vrijstellingen minder ruim moeten worden uitgelegd dan wij in Nederland doen. Het Hof heeft bij herhaling uitgesproken dat vrijstellingen beperkt moeten worden uitgelegd, omdat het uitzonderingen zijn van het systeem. In Nederland beschouwen we ze van oudsher als een wezenlijk onderdeel van het systeem. In de praktijk betekent dit vrijwel altijd dat ze ruim (en ruimhartig) worden uitgelegd. De richtlijn bepaalt dat vrijgesteld moet zijn ‘handelingen ter zake van verzekering en herverzekering met inbegrip van daarmee samenhangende diensten, verricht door assurantiemakelaars en verzekeringstussenpersonen’. Over die samenhangende diensten zou je het ook nog kunnen hebben, als het gaat om de hoeveelheid bemiddeling die je kunt verrichten totdat een contract tot stand komt. Meer dan één zou buiten deze bepaling kunnen vallen. Back-office handelingen zijn ook geen handelingen als hier bedoeld zijn. Heel wat verzekeraars behandelen die ten onrechte als vrijgesteld. Waarschuwingen door BTW adviseurs worden daar soms zelfs in eerste aanleg niet voor waar aangenomen… Er zijn gelukkig wel vaak andere oplossingen. Terug bij de uitspraak, die gaat over de verkoop van polissen. Ik weet niet precies wat daarmee wordt bedoeld. Ik neem aan de overdracht van alle rechten en plichten uit bestaande verzekeringsovereenkomsten. Die overdracht is volgens het Hof dan niet te beschouwen een handeling ter zake van…Ik kom er op terug.

zondag 18 oktober 2009

Paarden, sport en samengestelde diensten

Paarden zijn mooie dieren. De verbinding ligt niet direct voor de hand, maar er zijn nogal wat opmerkingen te maken over BTW en paardensport… Onlangs besliste een Rechtbank dat het paardrijden in de duinen niet is aan te merken als ‘gelegenheid geven tot sportbeoefening’. Dat laatste is onderworpen aan het verlaagde tarief. Dat geldt alleen als er gelegenheid gegeven wordt vanuit een sportaccommodatie. Zo gek was de gedachte niet, want de openbare weg kan dat ook zijn, als die maar is afgezet voor de betreffende sportbeoefening. Een manege is het ook en voor buitenritten vanuit de manege geldt het ook. Het geldt dus alleen niet voor ritten die altijd in het openbaar plaats vinden op paden die niet zijn afgesloten voor anderen. Weten we dan ook weer. Paarden hebben in het verleden al meer aanleiding gegeven voor BTW gedachten. Maneges kunnen een samengestelde dienst verrichten, die in geen enkele uitzondering of vrijstelling valt. Ze kunnen ook stallen verhuren (vrijgesteld), voer verkopen (6%) en gelegenheid geven tot sportbeoefening (6%). Het verschil zit ‘m in hetgeen partijen met elkaar afspreken. Ik verzorg je paard en je mag alle voorzieningen gebruiken, is het eerste. Een huurovereenkomst voor een stal leidt tot het tweede. Dit geldt tot op zekere hoogte voor heel veel leveringen en diensten, die je al dan niet samengesteld kunt aanbieden. Men dient dus uit te kijken wat er precies wordt afgesproken. Met paarden door de duinen is ook geen vervoer van personen, aldus de Rechtbank. Dan zal het ook wel geen privé vervoer zijn in de zin van het BUA. Gelukkig maar, anders had de voorbelasting ook moeten worden gecorrigeerd. Of niet, als het BUA onverbindend is. En daar gaat dan de volgende lezing over!

maandag 12 oktober 2009

Beroepsopleidingen en BTW

Beroepsopleidingen geven in de BTW al eerder aanleiding voor onrust. Heel kort weergegeven ging het als volgt. Er geldt een keuzemogelijkheid voor beroepsopleidingen, in die zin dat de aanbieder kan besluiten ze belast met BTW of vrijgesteld aan te bieden. Opgemerkt werd dat dit niet in overeenstemming is met de Richtlijn. Toen men de richtlijn wilde implementeren, werd opgemerkt in de branche dat dit toch wel vervelend zou zijn, in die zin dat een vrijstelling niet gewenst is door aftrekgerechtigde afnemers (de paradox van de BTW…). De gedachte kwam op om de keuze overeind te laten, maar dan anders. Daarop bleek dat ook het alternatief niet richtlijnconform werd geacht. De voorgestelde wijziging werd te elfder ure ingetrokken. Zo laat zelfs, dat sommigen in hun bedrijfsvoering al met de wijzigingen rekening hadden gehouden… Nu is er opnieuw een aanpassing voorzien per 1 januari a.s. Het blijft mogelijk om ‘beroepsopleidingen’ belast met BTW aan te bieden. De vrijstelling geldt, net als in de richtlijn, alleen voor erkende instellingen. Dit lijkt de mogelijkheid open te laten opleidingen belast en vrijgesteld aan te bieden. Dat zou een onderwijsinstelling vanuit twee rechtspersonen kunnen doen, waarvan er één erkend is. In zo’n geval zijn er ook hele goede mogelijkheden de verhouding tussen de twee rechtspersonen te optimaliseren voor de BTW. Het is niet helemaal duidelijk of het bedoeld is en geaccepteerd wordt dat er vanuit twee rechtspersonen gewerkt gaat worden. Zodra dat duidelijk is, meld ik dat weer hier…

zondag 4 oktober 2009

Harmonisatie

Er is sprake van harmonisatie van belastingen binnen de EU. Dat is het meest ver met de BTW. De Richtlijn tot harmonisatie van de BTW is een fijnmazig regelsysteem, dat als wet zou kunnen functioneren. De afwijkingen die er zijn tussen de EU landen hebben te maken met regels van vóór de harmonisatie, die nog gelden. In Nederland is het Besluit Uitsluiting Aftrek een prominent voorbeeld. Het wijkt af van de richtlijn en staat erg onder druk in jurisprudentie. Daar gaan we het over hebben in de lezing over privé gebruik. Door de harmonisatie en de aanpassingen in de richting van een volledig gelijk regelsysteem, verkeren we nu ook in een fase die het minst interessant is voor de burger/ondernemer. Er is veel harmonisatie, maar er zijn nog steeds grote verschillen. Er is de mogelijkheid BTW terug te vragen, die iets wordt vereenvoudigd, maar het blijft het geval dat er moet worden gecommuniceerd met alle landen waar BTW wordt teruggevraagd. Rechtszekerheid op onderdelen kan pas ontstaan nadat het Hof van Justitie zich heeft uitgesproken, waardoor een totale procedure nog eens een aantal jaren wordt verlengd. Kan zo al met al een jaar of tien duren!! Kortom, het is van alles niks voor een ondernemer die gewoon moet weten waar hij op te rekenen heeft. Ik denk dat het tijd wordt voor de EU eens flink door te pakken op het gebied van BTW. Dwingende eenheid in regels met de eigen Hoge Raad als eindpunt en alle BTW zaken afhandelen met de eigen inspecteur. Een teruggavenverzoek in kunnen dienen bij de eigen Belastingdienst helpt niets als je daarna nog te communiceren hebt met de Belastingdienst van het andere EU land.