vrijdag 17 juli 2009

Halifax

In mijn vorige bericht kondigde ik aan dat ik zou aangeven waar de grenzen liggen tussen gebruik en misbruik van de wet. Het Hof van Justitie heeft in diverse uitspraken die grenzen aangegeven. De belangrijkste is Halifax. Daarin is overwogen dat er sprake is van misbruik van recht als er voldaan is aan twee criteria: (1) dat de betrokken transacties ertoe leiden dat er in strijd met het doel van de BTW bepalingen een belastingvoordeel wordt toegekend, en (2) uit het geheel van objectieve factoren blijkt dat het wezenlijke doel van de betrokken transacties erin bestaat een belastingvoordeel te verkrijgen. Deze begrenzing blijft natuurlijk wel heel erg afhankelijk van de feiten, maar wordt wel toegepast door de Nederlandse rechters. Soms gaan die naar mijn mening verder dan nodig, omdat het Hof ook heeft aangegeven dat alle transacties moeten worden beschouwd als economische activiteiten, ook als ze uitsluitend zijn verricht om BTW voordeel te behalen. Het Hof zegt niet dat alles maar moet worden bestreden dat voordeel brengt en zo bedoeld is. In mijn berichten hierna zal ik wat concreter worden over de vraag wat nu wel kan (en dus moet...) en wat niet. Het eerstvolgende bericht gaat over een zeer recente uitspraak van Hof Den Haag waarin tot 'misbruik van recht' werd geconcludeerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten