dinsdag 25 mei 2010
Meer omzet met meer BTW-advisering!
Er is een verhouding tussen de omzet die een kantoor maakt in adviesuren per belastingsoort. In Nederland zijn we gewend dat de meeste uren worden gemaakt op winstbelastingen. Bij de grote kantoren is de verhouding dat er ongeveer 10 maal meer omzet wordt gemaakt op winstbelastingen dan op de BTW. Zeg maar: Directe en indirecte belastingen. Dat geldt voor de grote kantoren die ook een stevige bezetting hebben op de BTW afdelingen. Hoe kleiner een kantoor wordt, hoe groter het verschil wordt. Bij sommige regionale kantoren wordt de BTW er bij gedaan. Er is wel iemand voor aangewezen, maar die doet ook andere dingen. Het ligt voor de hand dat de verhouding dan anders wordt. Zo blijft er erg veel omzet liggen op BTW advieswerk. Bedenk dat in andere lidstaten van de EU waar in grote lijnen dezelfde BTW regels gelden, de verhoudingen heel anders zijn. In sommige lidstaten benaderen de omzetten elkaar aardig. Als je kijkt naar de opbrengsten van belastingen, is meer aandacht voor de BTW ook niet zo onlogisch. Het belangeijkste wat mij betreft als het gaat om BTW advieswerk, is het volgende. Heel vaak wordt het eindresultaat voor een klant beter, als er meer aandacht is voor de BTW. De afgelopen lezing ging over verenigingen en stichtingen. Daarvoor geldt dat zeker. De volgende lezing gaat over subsidies, ledenbijdragen, sponorgelden en dergelijke ('bijzondere geldstromen'). Juist omdat bij de beoordeling van deze geldstromen niet alles onmiddellijk helemaal duidelijk is, is hier ook weer heel veel mogelijk. Bijzondere organisaties met bijzondere geldstromen, zoals verenigingen en stichtingen, zijn de beste klanten voor de BTW. U kunt de omzet van uw kantoor eenvoudig laten stijgen met veel enthousiasme van uw klanten als u meer aandacht besteedt aan de BTW.
dinsdag 18 mei 2010
Het ABC van de (vereenvoudige!) ABC Levering
We hebben het dan over intracommunautaire transacties of ICT's. Als de goederen direct feitelijk worden geleverd door A aan C, terwijl B de koper is van A, dan spreken we over een ABC transactie. A levert aan B, die levert aan C, terwijl de goederen direct naar C worden vervoerd door A. Dit zijn twee leveringen voor de BTW, waarvan er altijd maar één als ICT kan worden beschouwd. Dit betekent dat er in één van de twee leveringen de eenvoudige regels van een ICT kunnen worden toegepast met toepassing van het 0% tarief en in de andere levering van de twee altijd BTW moet worden berekend van één van de betrokken landen. Dat kan behoorlijk lastig zijn, vandaar dat er een eenvoudiger methodiek bestaat, die van de vereenvoudigde ABC. Dit mag alleen in bepaalde feitencomplexen. Eén van de voorwaarden is dat A, B en C in drie verschillende EU lidstaten gevestigd moeten zijn. Het Hof van Justie EG heeft zich onlangs uitgesproken over de vereenvoudigde ABC. Een nogal opmerkelijke uitspraak, omdat de eenvoud er nu wel af is... Bij de toepassing van de vereenvoudigde ABC kan voor beide leveringen het 0% tarief worden toegepast. Het Hof lijkt nu te hebben uitgesproken dat B moet aantonen dat C een verwerving heeft aangegeven om het 0% tarief te mogen toepassen. Daar is niemand tot nu toe in de praktijk nog vanuit gegaan. Ik schrijf dat het líjkt dat het Hof dit heeft uitgesproken, omdat het ook nog mogelijk is dat bedoeld is dat C 'onderworpen' moet zijn aan de heffing, wat nog wat anders is dan dat de heffing aantoonbaar heeft plaats gehad. De hierbij behorende fiscale techniek voert te ver om hier te behandelen. Als er meer duidelijkheid is over hetgeen het Hof heeft uitgesproken, kom ik er op terug. Tot die tijd is het erg oppassen met de toepassing van de vereenvoudigde ABC levering!!
vrijdag 7 mei 2010
Vrijgestelde ondernemers of vrijgestelde prestaties
Voor de meeste vrijstellingen in de BTW geldt, dat een specifiek benoemde handeling wordt vrijgesteld van de heffing. Het gevolg is dan dat geen BTW wordt berekend en dat geen BTW wordt afgetrokken, die relateerbaar is aan de vrijgestelde prestatie. Het komt veel voor dat een ondernemer uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht. Ik wees er eerder al op dat het dan toch om een ondernemer gaat, wat soms opppassen is. Verder is het van belang om vast te stellen dat zo'n ondernemer alleen dan uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht, als alle prestaties in de vrijstelling passen. Een recente uitspraak van een Hof over een ziekenhuis, kan hier als illustratie dienen. Het ging om de administratieve verwerking van de handelingen van aan het ziekenhuis verbonden chirurgen. Het Hof spreekt uit dat administratie tegen vergoeding ten behoeve van de chirurgen niet is vrijgesteld. Het gaat niet om iets dat behoort tot de verzorging van zieke mensen. Zo kan het ook bij andere 'vrijgestelde ondernemers' voorkomen dat zij activiteiten hebben die helemaal niet zijn vrijgesteld, al lijkt het wel zo op het eerste gezicht. Veel ontwikkelingen spelen daar een rol. Bijvoorbeeld de ontwikkeling om backoffice activiteiten uit te besteden of te concentreren. Ook de ontwikkeling in het fiscale recht speelt een rol, dat vrijstellingen waarschijnlijk vaak beperkter moeten worden uitgelegd dan wij doen in Nederland. Kortom, het is oppassen met vrijstellingen in de BTW. De klanten die u heeft die vrijstellingen toepassen, zijn wel uw meest interessante voor de BTW!
maandag 26 april 2010
Veel stichtingen zijn ondernemer voor de BTW
Het gaat dan om stichtingen die niet bekend waren bij de Belastingdienst, omdat ze alleen vrijgestelde prestaties verrichten. In beginsel heeft het dan geen zin om aangiften BTW te doen. Het probleem is dat een ondernemer die uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht evengoed ondernemer is. Dit betekent dat bijvoorbeeld de verleggingsregeling gewoon werkt. Zo'n ondernemer dient dus de BTW te vermelden op een aangifte over de meeste diensten die worden afgenomen uit het buitenland. Daarvoor is een aangifte nodig. Dat gaat heel vaak fout. Het is een echte blinde vlek van Belastingdienst en adviespraktijk. Die blinde vlek gaat nu ingevuld worden. De regels voor de plaats van dienst zijn gewijzigd. In verband daarmee is afgesproken binnen de EU dat dit soort ondernemers allemaal een BTW ID Nummer krijgen. Dat is één van de redenen dat de stichtingen nu worden aangeschreven door de Belastingdienst. Er zijn nog wel meer consequenties voor ondernemers. Denk aan de levering van onroerende zaken, die soms belast is. In het algemeen komt het weinig voor dat een ondernemer echt nooit eens een belaste prestatie verricht voor de BTW. Kortom, u dient aandacht te besteden aan de stichtingen in uw klantenbestand! U heeft er gemiddeld 16 per persoon...
woensdag 21 april 2010
BUA mag blijven
Het Hof van Justitie EG heeft de vragen beantwoord van Hoge Raad en Hof Amsterdam over het BUA. Net als eerder de AG van het Hof in zijn Conclusie, meent ook het Hof dat het BUA in zijn geheel in stand kan blijven. Ik had dat niet verwacht, omdat het mij erg logisch leek in verband met de harmonisatie dat de afwijking van de Richtlijn niet meer acceptabel zou zijn, omdat we inmiddels ook het Richtlijn conforme systeem hebben ingevoerd naast het BUA. Dat blijkt echter geen probleem, aldus het Hof. Het is slecht nieuws, in die zin dat alle bezwaarschriften tegen eigen correcties nu zullen worden afgewezen. Het is ook slecht nieuws in het algemeen, omdat we een heel onduidelijk systeem van correcties van privé gebruik houden in de BTW.
maandag 12 april 2010
Belastingheffing is amoreel en erotiek niet immoreel
Erotiek heeft een aantal keren een rol gespeeld in de ontwikkelingen van de BTW. De laatste keer bij de vraag die voorlag aan het Hof van Justitie of een ruimte waar één persoon een film naar eigen keuze kan kijken, een bioscoop is. Eerder speelde de vraag of een peepshow een voorstelling is. Dit gaf nogal wat aandacht in de pers en de politiek. Het was niet de bedoeling dat erotiek in het verlaagde tarief kan delen! Er is op het moment nog een andere ontwikkeling gaande. Die betreft de vraag of het ter beschikking stellen van een kamer met een raam 'verhuur' is in de zin van de BTW. Een kamer die wordt gebruikt door een prostituee. Het gaat dan om kamers die worden verhuurd met een overeenkomst van huur en verhuur. Je zou zeggen: Wat is het probleem? Toch hebben we al een aantal uitspraken van Rechtbanken dat het geen verhuur is. Dat houdt verband met jurisprudentie van het Hof van Justitie. In die jurisprudentie speelt het begrip passiviteit een rol. Een verhuurder van kamers aan prostituees zou onvoldoende passief zijn in deze zin, aldus de Rechtbank Haarlem. Ook zou een vitrine niet kunnen worden verhuurd, aldus Rechtbank Den Haag. Bij deze uitspraken bekruipt mij toch het gevoel dat het verschil maakt wat er gebeurt in de gehuurde ruimte... Misschien neem ik nog eens de moeite in dit weblog goed uit te leggen hoe het zit met verhuur en de jurisprudentie van het Hof. Als iemand mij daarom vraagt in een reactie, zal ik dat zeker doen. Tot die tijd laat ik het bij mijn vermoeden dat belastingheffing misschien toch niet helemaal zonder moraal is. Deze week geven we op drie locaties lezingen op basis van een checklist. Dat gaat over de BTW problemen bij uw klanten!
donderdag 1 april 2010
De checklist
De drie komende lezingen van Bennett BTW Adviseurs zijn gebaseerd op checklisten. Met een checklist bedoel ik een vragenlijst met vragen over de BTW. Het is de bedoeling dat met de beantwoording van de vragen de BTW positie van de betreffende klant duidelijk wordt. Het wordt dan ook duidelijk op welke punten aandacht nodig is. Ik durf de stelling wel aan dat in vrijwel 100% van de gevallen een klant of potentiële klant aandacht nodig heeft op de punten die blijken uit een goede en actuele checklist. Er zijn op het moment gewoon heel veel punten die echt aandacht verdienen. Het voordeel van BTW is dat het dan ook vaak gunstig is voor de klant om die aandacht te geven. Ik ben er om die reden van overtuigd dat BTW de heffing is waarmee we ons kunnen onderscheiden van andere advieskantoren. Nederland loopt hierin duidelijk achter. Als we kijken naar andere lidstaten van de EU, dan is de conclusie dat er sterke omzetstijging mogelijk is, juist in BTW advisering. We hebben de checklist zo ontwikkeld dat hij niet alleen vragen oproept, maar ook beantwoord. Als er vraagpunten zijn, wordt er vaak verwezen naar een bijlage. De betreffende bijlage geeft dan informatie en uitleg op dat specifieke punt dat kennelijk voor die klant van belang is. Er is een hele uitgebreide algemene checklist voor de volgende lezing. Die wordt aangevuld met een checklist voor verenigingen en stichtingen bij de lezing van mei en met een checklist voor bijzondere geldstromen (zoals bijvoorbeeld subsidies en contributies) bij de lezing van juni. Volgens mij is er geen snellere en goedkopere manier om zoveel relevante praktische kennis van de BTW aangereikt te krijgen!
Abonneren op:
Posts (Atom)