De Hoge Raad heeft de zaak Laarhoven terugverwezen naar de Rechtbank Breda om te laten onderzoeken of belanghebbende met het gebruik van zijn auto lager uitkomt dan de forfaitaire correctie. De Hoge Raad wil deze zaak kennelijk nog een keer langs zien komen. Zo niet, dan had de Hoge Raad toch meteen kunnen aangeven wat de gevolgen zijn van de constatering dat het forfait niet in overeenstemming is met het werkelijk gebruik. Wordt de correctie dan anders vastgesteld, of blijft de correctie dan geheel achterwege? Met die handreiking zouden we met een beetje goede wil op de griffie van de Rechtbank binnen een half jaartje de uitkomst van deze (veel te lange) procedure kunnen weten.
Maar waarom de verwijzing? Iedereen, dus ook de Hoge Raad, weet toch dat het woon-werkverkeer destijds niet meetelde en het forfait daardoor veel te hoog is? We wachten maar geduldig af. Tijdens onze eindejaarslezing gaan wij vanzelfsprekend nader in op deze uitspraak en de gevolgen voor de bezwaarprocedures.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten