dinsdag 2 juni 2009

Teruggaveverzoek te vroeg, of te laat!?

Als iemand de rekening niet betaalt, dan geldt dat de ondernemer de BTW op die rekening terug kan krijgen van de Belastingdienst. Dit staat in art. 29 Wet OB. De BTW moet worden teruggevraagd met een verzoek. Dat moet worden gedaan bij brief binnen een maand na afloop van het moment waarop redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de rekening niet meer wordt betaald. Of eigenlijk niet na dat moment, maar na het tijdvak waarin dat moment ligt. Uit jurisprudentie blijkt dat dit verzoek te vroeg of te laat kan worden gedaan. Te vroeg, als redelijkerwijze nog niet vast stond dat niet zou worden betaald. Dat is bijvoorbeeld aan de orde als er geen of onvoldoende inspanningen zijn gedaan om de rekening (en dus de BTW) te innen. Te laat, als de maand is verstreken! Zo doe je het dus niet zo makkelijk goed met zo'n verzoek. In feite zou iedereen een standaardmethode van werken moeten ontwikkelen voor deze verzoeken, waarbij er natuurlijk liever te vroeg dan te laat wordt terug gevraagd... Hoe hier mee om kan worden gegaan, komt ook aan de orde in onze volgende lezing over de 'formaliteiten van de BTW'. Dan bespreken we ook wat een ondernemer vooral niet moet doen, zoals 'intern crediteren'. Dat is 'valsheid in geschrifte' en kan ons als adviseurs onder omstandigheden aansprakelijk maken, of erger: strafbaar. Toch is dat een methode die nog heel vaak wordt gehanteerd. Het gaat om dingen die in praktijk ontstaan en heel logisch aanvoelen, maar die in sommige gevallen echt niet (meer) kunnen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten