Posts tonen met het label privé. Alle posts tonen
Posts tonen met het label privé. Alle posts tonen
maandag 26 oktober 2009
Kantine en BTW
De volgende lezing gaat over de vraag hoe privé gebruik gecorrigeerd moet worden in de BTW. We hebben nu twee verschillende systemen in de wet, waarvan de wetgever heeft bepaald dat ze naast elkaar moeten bestaan. Het aloude Besluit Uitsluiting Aftrek (BUA) moest worden behouden van de wetgever. Het is afgestemd met het bedrijfsleven en het is gebleven. Dat heeft nogal gevolgen. Ten eerste wordt het systeem er erg onduidelijk van. Ik heb een beschrijvend memo gemaakt voor de lezing (zoals altijd) en kom tot 9 verschillende situaties waarbij het privé gebruik anders moet worden bezien. Niet echt duidelijk… Ten tweede is de kans nog steeds groot dat het BUA in het geheel onverbindend is. Eerder is al uitgesproken door een Rechtbank (Den Haag) dat het BUA onverbindend zou moeten zij daar waar het gaat om ‘spijzen en dranken’ die aan het personeel worden verstrekt. Dit zou betekenen dat de kantineregeling niet meer kan werken. Het is dus pleitbaar om af te zien van die correctie! Het wordt allemaal uitgebreid behandeld bij de volgende lezing en goed onderbouwd. Dan weten uw klanten in ieder geval wel waar ze aan toe zijn!
zondag 20 september 2009
Vertrouwen inspecteur en CCT
In een uitspraak van een Rechtbank lees ik dat het vertrouwensbeginsel zwaarder weegt dan een algemeen voorbehoud. De zaak gaat over een dga die een woning gaat bouwen en alle BTW in aftrek brengt. Hij doet dat, omdat hij een kamer in de woning verhuurt aan zijn holding, als werkkamer. Daardoor wordt hij in privé 7-2-b-ondernemer en gebruikt hij de woning gemengd voor economische en andere activiteiten. De situatie die bij HvJ CCT aan de orde was, dus. Ik heb er eerder over geschreven. Nu meent de inspecteur achteraf dat de man ten onrechte als ondernemer is aangemerkt op grond van het VdSteen arrest van het HvJ. In VdSteen sprak het Hof uit dat een dga die door zijn holding aan zijn werkmaatschappij wordt ter beschikking gesteld daarmee geen ondernemer is. Dit was anders dan de Nederlandse Hoge Raad een paar jaren eerder had uitgesproken. Het bijzondere is nu dat een dga natuurlijk best om andere redenen ondernemer voor de BTW kan zijn en blijven. Bijvoorbeeld voor de verhuur van onroerende zaken. Nu zou het kunnen dat deze Rechtbank, net als een andere niet zo lang geleden, meent dat de verhuur van de werkkamer niet tot ondernemerschap kan leiden, omdat deze onderdeel uitmaakt van de loondienstrelatie van de werknemer (dga) en de werkgever (zijn holding). Mij lijkt dat geen juiste gedachte, omdat 7-2-b in alle gevallen leidt tot ondernemerschap voor de BTW. Er gelden geen voorbehouden. Dan terugkerend bij de uitspraak over de werking van het vertrouwensbeginsel. Het lijkt mij dat dit niet aan de orde hoeft te komen, nu deze dga ondanks VdSteen gewoon ondernemer is gebleven. Dit zijn uitspraken die het gevolg zijn van naheffingsaanslagen die zijn opgelegd voor de BTW die is teruggevraagd op woningen. De stand van zaken komt aan de orde bij mijn volgende lezing, over 'privé gebruik'.
Abonneren op:
Posts (Atom)