dinsdag 29 maart 2011

Ongerechtvaardigde verrijking

We hebben het hier al eerder gehad over dit begrip uit de uitspraak Stadeco van het Hof van Justitie. Een paar dagen terug heeft 'onze' Hoge Raad uitgesproken in die zaak. Om even het geheugen op te frissen. Het betreft een situatie waarbij iemand onterecht BTW in rekening heeft gebracht aan een ander die niet aftrekgerechtigd is. De inspecteur is bereid terug te geven, maar eist een creditfactuur. Dat doet de belastingplichtige niet, blijkt later en de inspecteur heft weer na. Die naheffing volgen we tot aan het Hof van Justitie en terug. Dat Hof vindt dat er niet gecrediteerd hoeft te worden, tenzij er dan een situatie ontstaat waarbij belastingplichtige zich ongerechtvaardigd verrijkt. Bent u er nog? Bedenk dat dit alleen aan de orde is als het gaat om BTW die ten onrechte in rekening is gebracht. Voor elke andere creditering geldt dit niet. Toen was het aan de Hoge Raad om vast te stellen of er sprake is van een situatie waarbij ongerechtvaardigde verrijking aan de orde is. Dat moet economisch worden vastgesteld. In hoeverre is er tussen partijen rekening gehouden met de BTW en wat betekent het in de keten? De inspecteur mocht het zeggen. Die meldde begrijpelijk en eerlijk dat hij niet in staat was iets zinnigs in te brengen op dit punt. De Hoge Raad stelde vast dat niet kon worden vastgesteld dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking.... We weten nu dat het mogelijk is dat er ten onrechte BTW in rekening wordt gebracht die niet hoeft te worden gecrediteerd om wel te kunnen worden gecorrigeerd. Dat is zo bij BTW berekening aan particulieren en andere niet-aftrekgerechtigden. Dat is dan toch wel weer goed om te weten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten