dinsdag 3 augustus 2010

Plaats van dienst; verschillen

In ons vorige blog bericht kwam al even aan de orde dat er verschillen zijn in interpretatie tussen de lidstaten als het gaat om het kwalificeren van een dienst. Denk bijvoorbeeld aan het opslaan van goederen op een locatie. Dat zou je kunnen zien als een onderdeel van het transport, wat in het verleden overal gebruikelijk was. Het zou ook een dienst kunnen zijn die betrekking heeft op een onroerende zaak. Alhoewel de algemene gedachte is, dat die laatste kwalificatie niet overeen komt met de bedoeling van de betreffende uitzondering, zijn er toch lidstaten die beweren het zo te zien. Vaak ontstaan dit soort interpretaties uit opportunisme. De lidstaat haalt dan een bepaald type heffing naar de lidstaat die er zonder die interpretatie niet zou zijn. Dit is maar een voorbeeld. Zo zijn er nog veel meer verschillen. Het meest vervelende van dit soort verschillen is, dat lidstaten dan tot verschillende conclusies komen voor de heffing van één en dezelfde transactie. Hoe hier mee om te gaan, komt onder meer aan de orde in onze volgende lezing die aan het einde van september wordt gegeven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten